-
1 waken bij
v. watch by, watch with -
2 waken
♦voorbeelden:bij een zieke waken • sit up with an ill personbij een lijk waken • keep watch over a corpseom de beurt waken • keep watch in turnsover iemands eigendommen waken • guard someone's propertywaken tegen misbruik • guard against misuse -
3 waken
1 veiller♦voorbeelden:voor iemands belangen waken • veiller aux intérêts de qn.het waken • la veillée -
4 bij een zieke waken
bij een zieke waken -
5 bij een lijk waken
bij een lijk wakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij een lijk waken
-
6 bij een zieke waken
bij een zieke wakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij een zieke waken
-
7 iets bij iemand wakker maken
iets bij iemand wakker makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets bij iemand wakker maken
-
8 veiller
veiller [vejjee]2 〈+ à, sur〉waken (voor, over) ⇒ zorgen (voor), passen (op)♦voorbeelden:→ grainII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
9 sit up
rechtop zitten; laat op blijvensit up♦voorbeelden: -
10 veillée
veillée [vejjee]〈v.〉♦voorbeelden: -
11 passen
1 [nauwkeurig sluiten] fit5 [schikken] suit6 [+ op] [letten (op), (ervoor) waken] look after, take care of7 [kaartspel] pass♦voorbeelden:ik moest wel vier keer komen passen • I had to go for four fittingshet past precies • it fits like a glovedeze broek past je slecht • these trousers are a bad fitdeze sleutel past op de meeste sloten • this key fits most locksik zoek iets dat hierbij past • I'm looking for something to go with/match thisdie tas past niet bij die jas • that bag doesn't go with that coatze passen goed/slecht bij elkaar • they are well/ill-matchedbij het geheel passen • fit into the picturedat past bij zijn stijl • that's just his styledie kast zou goed in mijn keuken passen • that cupboard would go well in my kitchenhet past niet in mijn plannen • it doesn't suit my planshet past je slecht/niet dit te doen • it ill befits you to do thisop de winkel passen • look after/mind the shoper goed op passen, goed op iets passen • take good care of, keep an eye onpas op het afstapje/je hoofd • watch/mind the step/your headze zijn oud en wijs genoeg om op zichzelf te kunnen passen • they are old enough to take care of themselvesik pas! • pass!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [nauwkeurig meten] fit2 [precies genoeg betalen] pay with the exact money3 [juist plaatsen] fit4 [kijken of het goed zit] try on♦voorbeelden:met wat passen en meten komen we wel rond • with some juggling we'll managehebt u het niet gepast? • haven't you got the exact change/money?3 iets in/aan elkaar passen • fit in/together -
12 passen
1 [nauwkeurig sluiten] aller (bien)2 [+ bij][overeenstemmen] aller ensemble (avec)3 [toepasselijk zijn; schikken; gepast zijn] convenir4 [+ op][ervoor waken] s'occuper (de qn., qc.)5 [kaartspel] passer♦voorbeelden:de sleutel past niet goed in het slot • la clé ne rentre pas dans la serrurein elkaar passen • s'emboîterdat past niet in zijn denkwijze • cela ne cadre pas avec ses idéesde leiding past goed op de kraan • le tuyau est bien ajusté au robineteen stel dat slecht bij elkaar past • un couple mal assortidat past niet bij je leeftijd • ce n'est pas de ton âgedat past niet in de doos • ça n'entre pas dans la boîtedit past een man van wetenschap niet • ce n'est pas digne d'un homme de sciencedie taal past niet in de mond van kinderen • ce langage est déplacé dans la bouche d'un enfanthij past niet in deze omgeving • il détonne dans ce milieuwanneer past het u dat ik eens kom? • quand cela vous arrangerait-il que je passe vous voir?op de kinderen passen • garder les enfantsop zijn zaken passen • veiller à la bonne marche de ses affairesop het huis passen • garder la maisonzou je even op mijn spullen willen passen? • tu veux bien surveiller mes affaires un instant?ik pas • je passe→ link=tel telII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [nauwkeurig meten] mesurer (qc.) (avec précision)2 [precies genoeg betalen] faire l'appoint3 [juist plaatsen] ajuster4 [kijken of het goed zit] essayer♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 met veel passen en meten kwamen we eruit • cela n'est pas allé tout seul, mais nous y sommes arrivésdat is precies gepast • le compte y esthebt u het niet gepast? • vous n'avez pas la monnaie? -
13 wakker
1 [niet slapend] awake2 [monter, kwiek] alert♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iets bij iemand wakker maken • stir something up in someone; waken someone to something 〈 iets nieuws〉wakker schrikken • wake up with a startiemand wakker schudden • shake someone awakehij is nog niet goed wakker • he's not quite awake yetklaar wakker • wide-awake -
14 Nachtwache
-
15 bei einem Kranken Nachtwache halten
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > bei einem Kranken Nachtwache halten
См. также в других словарях:
Spiel — 1. A grundehrlichs Spiel, sägt der Hämmerle von Aalen. (Aalen.) 2. Am Ende des Spiels wartet der Teufel. Engl.: Gaming has the devil at the bottom. 3. Am Spiel erkennt man, was in einem steckt. – Petri, II, 14. 4. An ein schön Spiel denkt man… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bauer (der) — 1. Armer Bauern Kälber und reicher Herren Töchter werden nicht alt. – Kirchhofer, 347. 2. Auch der Bauer isst nicht ungesalzen. Was ihm indess von seinem Schulzen, Landrath oder Pfarrer vorgepredigt wird, ist in der Regel nicht mit attischem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Grab — 1. Auf den Gräbern wachsen die schönsten Rosen. – Jer. Gotthelf, Käthi, die Grossmutter (Berlin 1847), I, 138. 2. Auf einem Grabe soll man nicht schlafen. – Weber, Demokritos, II, 65. 3. Aus dem Grabe kann man keinen herausrufen. Böhm.: Prutem do … Deutsches Sprichwörter-Lexikon